appelroosjes

Het waait dat het spookt buiten en ik zit binnen met mijn goesting. Het is prima weer voor een rustdag vandaag. Maar diep vanbinnen kan ik niet wachten om mijn benen te testen, de wedstrijdspanning te voelen en onderdeel te zijn van ons team. Aanstaande zaterdag is het startschot in Gent en start een nieuw wielerseizoen met Omloop het Nieuwsblad. Maar hoe kom ik eigenlijk aan die goesting?

Off season
De periode buiten het hoogseizoen wordt ook wel ‘off season’ genoemd. In het wielrennen is het koersseizoen het hoogseizoen en de winter het laagseizoen. Het is maar een vreemde term, want is mijn off season wel zo ‘off’? Hoe kan ik ‘uit’ staan en toch weer die goesting voelen voor de koers?

Off is ‘on’
Off season is de periode van donkere dagen, wintertijd, vorst en een kleine winterdepressie ligt op de loer. Maar voor mij niet. Ondanks dat deze ingrediënten het lastig voor me maken om buiten te trainen, zie ik ook de pluspunten van het off season. Ik geef mezelf andere prikkels en zet die knop aan.

Social
Ik zet mijn racefiets aan de kant en laat even de teugels vieren. Ik volg geen schema en dat geeft me mogelijkheden om eens wat anders te doen: klusjes oppakken, etentjes organiseren, familiebezoekjes en afspreken met vriendinnen. Off season is social season. Helaas heb ik niet iedereen op mijn wensenlijst kunnen zien, wellicht stonden er iets te veel ‘sociale activiteiten’ op. Voor het eerst heb ik appelroosjes gemaakt. Dat zijn appeltjes in bladerdeeg gewikkeld die vervolgens in de oven gaan. Van het oorspronkelijk zoete recept, maakte ik een hartige variant met kaas. Een mooi voorgerechtje dat ook nog in de smaak viel. Off season betekent voor mij ook meer werken. Ik doe de administratie voor een hardloopwinkel en ik spring bij op de winkelvloer waar nodig. Op deze manier probeer ik mijn seizoen terug te verdienen. Ik ben dan wel prof, maar ik word niet per kilometer betaald. De afwisseling van bezigheden is verfrissend voor het hoofd.

Wat kan beter?
Ik zie het off season ook als reflectiemoment. Ik stel mezelf de vragen: waar kan ik nog winst behalen en wat wil ik anders doen in het volgende wielerseizoen? In de herfst werk ik mijn doelen voor het komend seizoen uit op papier. Dat werkt heel prettig en is een krachtige reminder op de koelkast. Natuurlijk is het off season ook de periode waarin ik wel degelijk weer een goede basis wil leggen voor het volgende seizoen. Hoe ik dat heb gedaan? Dat heb ik gedaan? Mijn geheimen zijn oud ijzer, ijs, strand en de Côte d’Azur.

Oud ijzer
Na een rustperiode start ik langzaam met krachttraining. In het begin ligt de nadruk op het goed uitvoeren van de oefeningen. Ik gebruik weinig gewicht en doe veel herhalingen. Ik zie dit dan ook als een soort gewenningsfase. Vanuit het niets smijten met oud ijzer levert bar weinig op. De oefeningen moeten goed worden uitgevoerd. Ik kijk in de spiegel of vraag een vriend om feedback. Ook maak ik filmpjes die ik doorstuur naar mijn trainer. Rustig aan werk ik aan de basis. En dat tillen van oud ijzer is een klein onderdeel om naar mijn doelen toe te werken. Problemen met discipline heb ik zelden: want als het gewicht stijgt, stijgt de koers goesting mee.

IJs
Opgewonden als een klein kind fiets ik naar de ijsbaan die net weer geopend is eind september. Onwennig maak ik de eerste slagen. Al na één rondje voel ik dat ik het nog kan. Ik train ‘s winters mee met marathonschaatsers. Het grote voordeel van schaatsen is dat de training altijd doorgaat De ijsbaan is namelijk half overdekt. Ondertussen werk ik aan mijn kracht-uithoudingsvermogen, heb ik geen last van de kou en kan ik tussen de trainingsopdrachten door lekker kletsen met schaatsgenootjes.

Strand
Beachracen is hartstikke hot. Hot in de zin van groeiende, niet qua gemiddelde buitentemperatuur bij de races.Vorig jaar stond ik langs de kant mijn vriend aan te moedigen. Dit jaar wilde ik het zelf eens proberen. Met een mooie Wikkit-fiets onder mijn kont kon ik proeven aan dit nieuw strandavontuur. Met eb en vloed, hard en mul zand, strand op- en afgangen is dit koersen met voor mij vele nieuwe dimensies. Ik gebruikte de meer ervaren strandracers om af te kijken waar ik moet rijden. Het lezen van het strand is een wetenschap op zich. De juiste bandenspanning kiezen is dat ook trouwens. In het mulle zand en tegen de wind in werkte ik aan mijn kracht. Ik schaafde aan mijn techniek op de technische stukken en overwon mijn angst om te vallen. De ontspannen sfeer, de andere atleten en vooral het lekker buiten ‘spelen’ gaven mij een gevoel alsof ik er helemaal tussenuit was geweest.

Côte d’Azur
Zoals ik op de weg de wegmarkeringen vermijd, leer ik op de wielerbaan te rijden op het blauwe vlak. Steunend aan de reling klik ik in en rijd ik naar de Côte d’Azur, dat helderblauwe vlak dus. Dit is als het ware de in- en uitvoegstrook op de wielerbaan. Daarna komen de zwarte, de rode en de blauwe lijn hoe hoger ik op de wielerbaan rij. Hoe hoger in de baan, hoe harder er gereden wordt. Met het vaste verzet en het ontbreken van remmen is het effectief pedaleren. Hiermee werk ik aan mijn beensnelheid, de hoge cadans. Op de baan werk ik ook aan mijn techniek, want kleine stuurbewegingen hebben grote gevolgen. Ik probeer zo stil mogelijk te zitten. Tevens werk ik aan kracht en snelheid. Die kracht heb ik nodig om op gelijke snelheid te blijven in de bocht. En ik profiteer van de rondingen van de baan om mijn snelheid op te voeren. Comfortabel in korte koersbroek, gebruikmakend van de groepen op de wielerbaan werk ik mijn baantraining af. Buiten regent het pijpestelen, binnen is het warm en droog op de Côte d’Azur.

Kortom door al mijn off season prikkels zit het wel snor met mijn goesting.  Laat de koersen maar komen.