Samyn de Dames affiche

Met Le Samyn de Dames zou mijn seizoen van 2015 beginnen. Maar de ochtend voor de wedstrijd lig ik bezweet wakker te worden van de wekker. Ik voel mij niet lekker en de twijfel slaat toe of ik wel zou gaan starten. Het ontbijt wees uit van niet. Het ‘geen-trek-in-koffie-hebben’ lijkt een tweede signaal dat mijn lichaam niet op orde is. Ik neem de koffie mee in de auto. Maar als ik voorin in de auto zit begint mijn hoofd duizelig te voelen. Met een groot schuldgevoel vertel ik mijn ploegleider dat ik niet kan starten. De ploeg zal vandaag niet compleet zijn. Het doet pijn. Een hele winter heb ik hier naar uit gekeken. Ik leek er klaar voor, maar de griep gooit roet in het eten.

Mijn lichaam is bezig een griepvirus uit te schakelen. Ik ben rillerig en koud, maar doe mijn best de vijf rensters die wel starten een beetje bij te staan. Ik houd mij bezig met het opspelden van nummers, spiekbriefjes voor op de stuurpen en benen warm zetten. En dan duik ik weer snel de warme auto is. Het zonnetje schijnt aardig, maar de wind is akelig fris.

Als het peloton vertrekt, vertrek ik met de verzorger naar de plaats van de ravitaillering. Circa 400 meter na de meet zit ik de auto met inmiddels mijn volledige pak aan thermokleding aan. Zo blijf ik warm en vanuit de auto is er van alles te zien. Politiemotoren rijden zenuwachtig door de straten, mensen staan in de deuropening van hun huis naar buiten te kijken en ook complete mannenploegen strijken neer in de zone van ravitaillering. En ik hoor het geluid van een helikopter die cirkels maakt boven het dorp Dour. De verzorger is de buurt aan het verkennen: waar zijn de douches, waar zijn de verzorgers van andere ploegen neergestreken, waar is de Contrôle Médical, op hoeveel meter staan we van de meet? Dat laatste wordt dan nog even telefonisch doorgegeven aan de ploegleiderswagen in de koers. En dan is het tijd om bidonnen klaar te zetten op het stoepje aan de overkant.

Het peloton scheert langs. Nog dichterbij het stoepje dan ik had gedacht manoeuvreren rensters zich tussen de aangereikte bidonnen door. Er zit een renster van ons mooi voorin het peloton. Ook probeer ik andere rensters te herkennen, maar dat is in het begin van het nieuwe seizoen met de nieuwe tenues nog lastig. Niemand reikt zijn arm uit naar de bidon die ik omhoog houd. Ik vind het prima, want ik ga weer snel de auto in als de hele karavaan aan auto’s voorbij is gereden.

Het peloton komt voor een laatste keer langs de finishpassage en ik spring in de ploegleiderswagen. De koersradio staat aan. Maar omdat er een hele rij auto’s voor ons zit is het bereik slecht en de meneer op de radio slecht te verstaan. Ik heb de koers via een inside-twitteraar behoorlijk goed kunnen volgen. Maar nu zie ik niets. Ik zie enkel kleine groepjes rensters die wij voorbij rijden, ze zijn gelost uit de grotere groep. Als een slecht georganiseerde kopgroep van 6 rensters wordt teruggehaald, loopt de wedstrijd uit op een massasprint die wordt gewonnen door Chantal Blaak.